Kids-

Deel 1 verslag No Blame basisschool De Draaimolen, Barendrecht.

Allereerst zal ik beginnen bij hoe het allemaal begonnen is, nl met de cursusdag die mijn collega en ik (Monique Willebrand en Barbara den Os) vorig jaar bij jullie hebben gevolgd.

Verrast, nieuwsgierig en een tikkeltje ongelovig (als dit echt werkt..) kwamen wij terug van de cursusdag. Enthousiast hebben we onze directie verslag gedaan van onze ervaringen van de dag. Daarna kom je als school met zon 40 medewerkers in een traject van wat willen wewat vindt de rest enz. Toevallig hadden we kort daarop een studiedag en hebben mijn collega en ik in drie sessies die dag de collegas genformeerd over No Blame. Daaruit volgde later de uitnodiging voor een training aan huis voor een deel van ons team.

Begin van dit schooljaar werd ik gevraagd door de juf van groep 5 omdat er een behoorlijk pestprobleem was in de groep. Mijn eerste no blameproject was geboren!!

Groep 5 is een kleine groep, maar de samenstelling van de kinderen is niet alledaags.

Slachtoffers M. (meisje) en M. (jongen) zijn beide rustige en onopvallende kinderen. In het eerste gesprek heb ik gevraagd of ze een gezicht wilden tekenen met daarin de uitdrukking hoe ze zich op dat moment voelden. Beiden tekenden een gezichtje met een verdrietige uitdrukking.

De juf had een groepje samengesteld voor het groepsgesprek met daarin drie sociaal sterke en een meeloper. De groep reageerde zeer enthousiast en tot mijn verbazing regende het meteen goede ideen. ( ik geef toe dat ik ze allemaal stuk voor stuk heb gecomplimenteerd, maar van sommige plannen geloofde ik geen bal)

Na een week had ik opnieuw een gesprek en de helpers waren bijna allemaal op een na aan de slag gegaan en waren hun afspraak nagekomen. Een helper had niet gedaan wat hij beloofd had, maar wel iets anders er voor in de plaats: hij had het slachtoffer met rust gelaten. Allemaal gaven ze onafhankelijk van elkaar aan dat ze het eigenlijk heel leuk en makkelijk vonden om iets aardigs te doen. De twee grootste pestkoppen zijn overigens kinderen met een bijzonder verhaal. De een is een zwaar geval van ADHD en de ander komt uit een zwak sociaal milieu. De slachtoffers gaven na die week aan wel iets gemerkt te hebben, maar overtuigden mij nog niet helemaal. Op dat moment heb ik afgesproken om na 14 dagen wederom bij elkaar te komen om bij te praten. Ik heb de slachtoffers weer een gezichtje laten tekenen en dit maal tekende een lachend gezichtje en de ander een streepje als mond, met als uitleg: niet verdrietig, maar ook niet heel blij. Voor mij toch een stapje in de goede richting. Inmiddels zijn we een paar maanden verder en gaat de voldoende tot goed. Ik geloof absoluut in No Blame, maar voor een kind met zwaar ADHD is het te moeilijk omdat zon kind natuurlijk erg impulsief is en niet beschikt over enige vorm van zelfreflectie.

Over de gehele invulling van no blame moeten we nog het een en ander afspreken binnen onze school, maar ik denk dat we voldoende capaciteit in huis hebben om het te kunnen.

 

Barbara den Os, leerkracht groep 7, basisschool De Draaimolen, Barendrecht.


Deel 2

VERSLAG VAN EEN GROEPJE JONGENS UIT GROEP 5B LEERJAAR 2005/2006.

Vorig jaar kerst werd er een jongen uit groep 5 in mijn klas gezet om even bij te komen. Ineens hoorde ik hem zachtjes huilen en mompelen "ik wil dat het ophoud".Ik ging naar M. en even bij hem gezeten. Na een kort gesprek, over wat er gebeurd was en dat hij zich erg ongelukkig voelde in de groep, hadden we samen afgesproken dat ik een gesprek met T. en een paar anderen zou hebben.

Een week later zat ik met vier jongens in mijn klas en vertelde dat M. erg ongelukkig was. Ze wisten gelijk waar het om ging. Ik wilde niet weten wat er gebeurd was, maar wat we er aan gingen doen om M. weer gelukkig te maken. Dat was even moeilijk voor ze om iets goeds te verzinnen, maar na wat tips kwamen er leuke voorstellen uit.T. nodigde M. uit om tussen de middag een keer bij hem te eten.T2. ging op het speelplein met M. tafeltennissen.R. tijdens knutselen iets samen maken.G. als M. boos is hem te laten ontspannen met wat oefeningen.Een week later had ik een gesprekje met de betrokken leerlingen:T. had M. tussen de middag meegenomen om te eten en het was supergezellig. Op school ging het beter, weinig conflicten.

In de kerstvakantie kwam M. een nachtje logeren.T2. had twee keer met M. getafeltennist. Dit ging goed, zelfs T. kwam erbij en had meegedaan zonder ruzie.R. had niet samen geknutseld, omdat er geen knutselen was geweest.G. M. was drie keer boos geweest en wilde niks met G te maken hebben. Er zijn geen oefeningen gedaanHierna een gesprek gehad met M.M. merkte dat de sfeer anders was dan voor de gesprekken. T. was aardiger en hij had bij hem gegeten. T2 ging tafeltennissen met hem. Dit deed hem erg goed. De andere jongens bij het gesprek betrokken en afgesproken dat we allemaal lekker met vakantie gaan en als ze met elkaar buiten school speelde, dat ze ook gezellig tegen elkaar deden. Eind januari afgesproken voor het volgende gesprek.

Na een maand ging het goed tussen M. en T., er waren wel enkele conflicten geweest. Ze hadden het goed met elkaar opgelost. De leerkracht merkte verandering in hun gedrag en was er erg blij mee.We hebben nog steeds om de acht tien weken een gesprek met elkaar. Als het voor die tijd minder gaat, komen de jongens mij halen voor een gesprek. De omgang met elkaar is positief.

Monique Willebrandleerkracht groep 4, OBS "de Draaimolen"